Nikolaikirchhof 3
Leipzig wordt sinds 1989 ook wel de ‘stad der helden’ genoemd, omdat hier de vreedzame revolutie van 1989 begon. Behalve de Brandenburger Tor en de geopende Berlijnse muur staat één plek symbool voor deze ‘Vreedzame Revolutie’: de Nikolaikerk.
Deze kerk van 1165 is het oudste bouwwerk van de stad. Hij is benoemd naar de patroonheilige van de kooplieden, Sint Nicolaas, en is één van de vijf stadskerken van het oude Leipzig. Iedere bezoeker van Leipzig moet deze kerk binnengaan, omdat de binnenzijde verrassend mooi is. Geen andere kerk in Leipzig heeft zulke classicistische zuilen met palmbladeren en een plafond in roze, appeltjesgroen en wit, daterend van de verbouwing van 1784. Maar dit is niet de reden dat de Nikolaikerk zo beroemd is.
Deze kerk speelde een centrale rol in de vreedzame revolutie van 1989. Deze was zonder de reformpolitiek van Gorbatsjov in de Sowjet-Unie niet mogelijk geweest, maar de druk van de straat heeft uiteindelijk het lot van de DDR mede beslecht. Ontevreden mensen die wilden uitreizen, omdat ze geen hoop meer hadden op verbetering van de politieke en economische situatie in hun bijna bankroete land, wilden naar West-Duitsland. Ze voelden zich opgesloten in hun eigen land. Het aantal mensen dat het land mocht verlaten was uiterst gering. Politieke gevangenen werden door West-Duitsland voor grote bedragen vrijgekocht, sommige staatsvijanden werden uitgeburgerd. De grote groep ontevredenen die het land niet uit mocht, verzamelde zich in kerken, bijvoorbeeld in de Nicolaikerk, waar iedere maandagavond een ‘vredesgebed’ werd gehouden. De jonge dominee Christoph Wonneberger* was hiermee begonnen, maar hij en zijn medestanders hadden binnen en buiten de kerk met weerstand te maken. Toch lieten ze zich niet afschrikken, want dit was de enige gelegenheid om politieke frustraties buiten de familiekring te uiten. De kerk stroomde iedere maandagavond in 1989 vol. Kleine oppositiebewegingen, zoals de vredesbeweging, milieugroepen en burgerrechtsactivisten verzamelden zich in de kerk. Leipzig was als grootste stad na de hoofdstad Berlijn het centrum van de burgerbeweging, vooral omdat Leipzig extreem verwaarloosd was en de onafhankelijkste theologische opleiding van Oost-Europa had. De vooroorlogse woonhuizen en fabrieken stonden gedeeltelijk op instorten, het milieu was ernstig vervuild door de bruinkolenwinning en de verouderde chemische industrie, legale politieke oppositie was in de éénpartij-dictatuur van de SED onmogelijk. De vraag luidde ‘Ist Leipzig noch zu retten?’.
In de zomer van 1989 ontstond bij Staatsraadvoorzitter van de D.D.R. Erich Honecker en andere leden van het regime het idee om deze steeds massaler wordende beweging van ‘contrarevolutionairen’ neer te slaan. Dit zou een bloedige ingreep worden, net als in China op het Plein van de Hemelse Vrede. De DDR-partijbonzen informeerden zich in Peking hoe hun Chinese kameraden dat voor elkaar gekregen hadden. Politie, leger en Stasi bereidden zich voor op een grote ‘schoonveegactie’. Een zeer christelijk geïnspireerde beweging verzette zich tegen dit staatsgeweld door juist massaal geweldloos de straat op te gaan. Op 9 oktober waagden 70.000 overwegend zeer jonge mensen uit Leipzig en omgeving het de straat op te gaan, beginnend bij de Nicolaikerk. Van daaruit liepen ze met hun boodschap over de stadsring, langs de Stasi-centrale (zie Runde Ecke: Stasi-museum) : ‘Wir sind das Volk’ en ‘Keine Gewalt!’ met kaarsjes in de hand. Nog in die week werd Erich Honecker door partijvrienden tot aftreden gedwongen. Precies een maand later, op 9 november 1989, viel de Berlijnse Muur.
*Bron:
Hocquél, Wolfgang; Leipzig, Architektur von der Romanik bis zur Gegenwart, Passage Verlag Leipzig 2003
Wensierski, Peter; Die unheimliche Leichtigkeit der Revolution, Deutsche Verlags-Anstalt, 2017